top of page

Signalen van pestgedrag

 

We moeten er als gemeenschap alles aan doen om pesten op school tegen te gaan.

 

Pesten kan enorme gevolgen hebben op het leven van de gepeste, maar ook op het leven van de pester en de omgeving.

 

Hier kan jij pestgedrag direct opmerken en de juiste stappen ondernemen om de pester te onthullen en het pestgedrag halt toe te roepen?

 

Mogelijke signalen van een pestkop
  •  doet stoer en wil indruk maken.

  •  is vaak fysiek sterker dan het slachtoffer.

  • wil overheersen en zichzelf bewijzen, ten koste van alles.

  • is impulsief en reageert agressief bij tegenwerking.

  • heeft een groot idee van zichzelf. Al is dit vaak slecht schijn.

  • omringt zich met meelopers die zorgen voor zijn aanzien.

  • is eerder gevreesd dan geliefd in de groep. 

 

Toch wordt een kind nooit gepest zonder dat er signalen uitgezonden worden. Er zijn twee soorten signalen: primaire (direct zichtbaar) en secundaire (moeilijker zichtbaar). Méér daarover

onder deze banner.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het pestgedrag herkennen bij de gepeste


Direct herkenbaar en zichtbaar gedrag:

  1. Het slachtoffer wordt (herhaaldelijk) op een gemene manier gepest, uitgescholden, bespot, gekleineerd, belachelijk gemaakt, vernederd, bedreigd of gecommandeerd. 

  2. Klasgenoten lachen hen op een spottende en onvriendelijke manier uit. 

  3. Ze worden lastiggevallen, weggeduwd, gestoten, gestompt, geslagen, geschopt en ze zijn niet in staat zichzelf adequaat te verdedigen. 

  4. Betrokken zijn bij ‘twisten’ of ‘ruzies’ waarin ze zich totaal niet kunnen verdedigen en waaruit ze soms huilend proberen te ontsnappen. 

  5. Hun boeken, geld of andere eigendommen worden beschadigd of slingeren rond. 

  6. Ze hebben blauwe plekken, verwondingen, sneeën, schrammen of gescheurde kleding die ze niet op een normale manier opgelopen kunnen hebben.


Minder duidelijke signalen (op school):

 

  1. Ze zijn (vaak) alleen en ze worden uitgesloten door de klas tijdens pauzes. 

  2. Ze lijken geen enkele goede vriend in de klas te hebben. 

  3. Ze worden vaak als laatste gekozen bij het samenstellen van een team. 

  4. Ze proberen in de pauze dicht bij de leerkracht te blijven, hier voelen ze zich veilig en kunnen beter opschieten met volwassenen dan met leeftijdgenoten.

  5. Ze vinden het erg moeilijk hardop te praten in klas (angstige en onzekere indruk).

  6. Ze zien er bang, ongelukkig, neerslachtig en huilerig uit.

  7. Ze tonen een plotselinge of geleidelijke verslechtering  in schoolresultaten.

  8. Ze kunnen onder leeftijdsgenoten moeilijk voor zichzelf opkomen.

  9. Ze verliezen de belangstelling voor hun schoolwerk en halen lagere cijfers. Het vertonen van onverwacht gedrag (bvb. spontane driftbuien) kan een gevolg zijn.

  10. Ze gaan niet graag naar school en proberen op er steeds onderuit te komen.

De gepeste zal zich vaak afzonderen.

We kunnen met woorden ook kwetsen.

Soms wordt het geweld te veel.

De middengroep kijkt toe.

Roddelen en uitsluiten zijn primaire signalen.

 2016 Sint-Ursula-Instituut Wilrijk.

bottom of page